Bij een tuinvijver ligt de nadruk op de combinatie van vissen en planten. Geschikte vissen voor dit soort vijvers zijn: goudwinde, goudelrits, shubunkin, sarasa, goudvis en maximaal 1 zonnebaars. Een enkele steur of koi kan soms ook goed gedijen, wel moet u dan de plantmanden met keien afdekken en vaker het filter reinigen. Dit laatste omdat een steur of koi meerdere afvalstoffen heeft dan andere vissen. Een tuinvijver moet minimaal 80 cm diep zijn om de vissen probleemloos te laten overwinteren. Een tuinvijver dient gezuiverd te worden middels een filtersysteem. Ook is het belangrijk om de tuinvijver continu te beluchten.
Het is raadzaam om een ‘’biologiedrager’’ zoals substraat op de vlakke, horizontale delen van de vijver te plaatsen. Dit zorgt voor een snelle en gezonde omzetting van de afvalstoffen naar plantenvoeding door bacteriën die in het substraat kunnen leven. Dit gletsjersubstraat is licht van kleur, wat als voordeel heeft dat u uw vissen ook nog beter kunt zien.