Bij een gravity opstelling staat de (bovenkant van de) filterbak op gelijke hoogte met het waterniveau in de vijver. De filterbak krijgt via een of meerdere bodemafvoeren (t.b.v. bodemvuil), meestalgecombineerd met bijvoorbeeld een drijvende skimmer (t.b.v. oppervlaktevuil) het water aangevoerd. De filter werkt dan volgens de wet der communicerende vaten. Deze bodemafvoeren worden vaak gesplitst zodat deze direct of via een stortput op het riool of hemelwaterafvoer gestort kunnen worden. Hierdoor beperkt u de vervuiling en onderhoud van het filter. De pomp wordt na de filterbak (droog) opgesteld.
Hierdoor is het water gefilterd voordat de pomp het water weg pompt, naar bijvoorbeeld een plantenvijver of waterval. Het grootste voordeel hiervan is dat de pomp minder onderhoud nodig heeft en meer capaciteit over houdt.
Het grootste voordeel is dat de vuildeeltjes groot blijven (deze worden niet vermalen door een pomp) en dus zwaarder waardoor deze beter en sneller bezinken in het filter. Ook zijn er geen pompen en slangen in de vijver zichtbaar. Een van de andere voordelen is dat het filtersysteem goed uit het zicht geplaatst kan worden, bijvoorbeeld onder een hardhouten vlonderterras. Een nadeel is dat er een kelder, dichtbij de vijver gemetseld moet worden waarin het filtersysteem geplaatst kan worden. Ook zal er een afspoelmogelijkheid (bijvoorbeeld aansluiting op een riool of hemelwaterafvoer) moeten zijn zodat het filtersysteem gemakkelijk gereinigd kan worden. Vaak zit deze afvoermogelijkheid hoger dan de afspoelset (vuilafvoerkranen en -leidingen) van het filtersysteem en moet er via een stortput met dompelpomp het water afgevoerd worden. Een meerkamerfilter en Ultrasieve + Ultrabead zijn filtersystemen die u gravity kunt (of zelfs moet) opstellen.